Interview met Wieteke van Dort

Wieteke van Dort met Ton van de VenWie door de Efteling loopt, hoort haar op diverse plaatsen sprookjes vertellen. Deze stem is van Wieteke van Dort. Wieteke van Dort werd op 16 mei 1943 geborden in Soerabaja. Toen ze veertien jaar oud was, kwam ze uit Indonesië naar Nederland. De familie van Dort vestigde zich in Den Haag. Wieteke is heel kunstzinnig. Ze schrijft, illustreert, schildert, zingt, werkt mee aan allerlei tv-programma’s en treedt op al cabaretière. Haar Indonesische achtergrond verwerkt ze in haar shows. In 1968 kwam ze voor het eerst op de televisie als de pop Pinokkio, in het gelijknamige programma. Ze kan verder nog bekend zijn van onder meer “Oebele”, de Deftige Dame in de “Stratenmakeropzeeshow” en verschillende rollen in de toneelstukjes van “Het Klokhuis”. Wieteke heeft ook een aantal platen gemaakt. “Weerzien in India” is een gouden plaat geworden. In de loop van de jaren kreeg ze veel onderscheidingen. In samenwerking met Marjolein Bastin maakte ze de kinderplaat “Vera de Muis in de Winter”. Verscheidene kinderboeken werden door haar geïllustreerd. Er zou nog veel meer kunnen toegevoegd aan deze opsomming van wat Wieteke van Dort allemaal gedaan heeft, maar in dit interview beperken we ons vooral tot het werk dat Wieteke voor de Efteling heeft gedaan. Dat is voor de lezers van Eftelingnostalgie ook het leukst om te lezen.

1. Hoe bent u eigenlijk bij de Efteling terecht gekomen?
Ik heb jaren geleden een aantal sprookjes ingesproken, nl. de rode schoentjes, de Put van Vrouw Holle, Roodkapje en ook het verhaal van Langnek (dit is trouwens later door Peter Reijnders ingesproken, en deze versie word nu gebruikt in de Efteling).

2. Hebt u later nog andere dingen gedaan voor de Efteling?
Ja, ik heb begin 1970 een reclamespotje voor het park gemaakt, waarbij ik in een paddenstoel tussen de kabouters mocht zitten. Dit was een erg leuke ervaring. En enkele jaren geleden belde Ton van de Ven me, om de teksten van het volk van Laaf in te spreken. Ik heb het verhaal dat nu in het Loerhuis te horen is ingesproken. En dat is het laatste contact met de Efteling geweest. Hoewel ik moet zeggen, dat ik er ook heel vaak als bezoeker kom.

3. hebt u een speciale opleiding gevolgd voor dit werk?

Ik heb na de MULO een opleiding kleuterleidster gevolgd, omdat ik toen nog te klein was om naar de toneelschool te gaan. Daarna ben ik wel naar de toneelschool gegaan. Maar toen ik in de tweede klas bleef zitten ben ik ermee gestopt. Ik kon meteen in De Nieuwe Komedie in Den Haag gaan spelen. Ook heb ik nog drie jaar zangles gehad, en een opleiding reclametekenen gevold. En verder heb ik veel in de praktijk geleerd.

4. Hebt u ook verhalen ingesproken die toch niet gebruikt zijn?

Ja. Verschillende verhalen zijn ingesproken door een Brabantse. Dat is wel leuk voor de bezoekers, omdat het herkenbaar klinkt. Welke verhalen gebruikt zijn heeft de Efteling beslist.

5. Waar worden de verhalen ingesproken?
De eerste verhalen weet ik niet meer, dat is zo lang geleden. Maar het Volk van Laaf is niet in de Efteling opgenomen. Dit gebeurde in de studio van de Nederlandse film en geluidsdienst in Zoetermeer. Ik maak meestal opnamen in de MC studio´s in Nederhorst ten Berg. Het is daar sprookjesachtig mooi. Helemaal in een kasteel gebouwd. Ook de Toonder Studio´s zijn hier gevestigd.

6. hebt u nog plannen voor de toekomst om iets voor de Efteling te gaan doen?
Ja, toen ik het verhaal voor het Volk van Laaf insprak, kwam ik op het idee om en cd en een boek te gaan maken over de laven. Ik heb dat vervolgens met Ton besproken, en die was meteen enthousiast. Ik ben inmiddels begonnen met de liedjes en teksten te schrijven. We hebben alleen nog enkele problemen. Ton moet de illustraties maken en hij zit erg in tijdnood. Ook zoeken we nog een sponsor die in het boek en de cd wil investeren. Want zoiets is erg duur. Dus ik hoop dat de Efteling of een ander bedrijf het financieel wil ondersteunen, dan zal het niet zo lang meer duren voordat het allemaal word uitgebracht. Ik hoop dat het lukt.

7. Ik hoop het ook! Bent u overigens ook nog gevraagd om nieuwe attracties in te spreken?
Nee, nog niet maar als dat gebeurt dan zeg ik altijd: “Ja”!

8. Komt u nog vaak in de Efteling?
Regelmatig, alleen de laatste tijd heb ik niet zo veel tijd meer om te gaan. Maar ik heb een abonnement voor mijn hele leven op de Efteling. Toen ik voor de eerste keer verhalen in sprak, kon de Efteling de hoge bedragen die daar normaal voor worden gevraagd niet zo goed betalen. Ik heb toen gezegd dat ik een grote fan van de Efteling ben, dus ik het wel voor niets wilde doen. Ik heb toen wel een levenslang abonnement gekregen.

9. Hebt u nog leuke dingen meegemaakt in de Efteling?
Ja, ik heb ooit opnames gehad voor het programma “Oebele” in de stoomcarrousel. En toen ik daar zat dacht ik echt even: “Als dat maar goed gaat”. Maar het was wel een hele belevenis.

10. Heeft u Anton Pieck ook persoonlijk gekend?
Ik bewonder hem zeer, en heb ooit een brief aan hem geschreven.

Nu hebben wij enkele personen en begrippen, wilt u daar een reactie op geven? Ja

TON VAN DE VEN: Ik bewonder hem zeer! Hij is een Bourgondisch type. Veel roken, lekker eten en genieten van het leven. Ik denk dat Ton een moet mediteren, zelf doe ik dat ook. Hierdoor krijg je een soort rust in je leven en ik ben er nog creatiever door geworden.

HET VOLK VAN LAAF:
Ik ben er heel erg aan gehecht, en ik identificeer mezelf met moeder Lot.

DROOMVLUCHT: Heb ik nog niet gezien, maar ik probeer er zeker nog eens heen te gaan.

PAUL BECK:
Hele aardige man. Hoewel ik hem niet zo goed ken als Ton.

11. Hebt u nog speciale verlangens?
Ja, ik zou zelf eens een attractie willen ontwerpen. Ik ben daar al wel eens mee bezig. En als het klaar is ga ik er gewoon mee naar Ton toe, wie weet!